Lineair en conceptueel denken

Neurodiversiteit is een term die verwijst naar de diversiteit van al onze hersenen, van alle mensen op de planeet.
Het uitgangspunt voor onderwijs gaat ervan uit dat de hersenen voor iedereen grotendeels op dezelfde manier werken, maar er zijn veel individuele variaties in hoe de hersenen werken en hoe we ons gedragen. Dat is de reden waarom we op verschillende manieren denken en leren. Mensen met AD(H)D, dyscalculie, dyslexie, autisme, hoogbegaafden etc. hebben een brein dat net iets anders is gestructureerd dan wat “normaal” is.

Er zijn twee grote verschillen in de manier van denken, die ook van invloed zijn op hoe leerstof wordt verwerkt en hoe leerlingen leren. Onderzoek naar de werking van het brein is een relatief jong gebied, dus er worden voortdurend nieuwe inzichten en ontdekkingen gedaan. De tweedelige scheiding van dit artikel is daarom een ​​grove vereenvoudiging en de realiteit is veel complexer.

Lineair denken

Bij lineair denken is de linkerhersenhelft dominant. Lineaire denkers denken in woorden en ze denken van begin tot eind. Dit is een logische en analytische manier van denken.

Conceptueel denken

Conceptuele denkers gebruiken vooral hun rechterhersenhelft en denken in plaatjes. Ze houden goed overzicht over het geheel, leggen associaties en leggen gemakkelijk nieuwe verbanden. Mensen met AD(H)D, dyslexie, dyscalculie, autisme en/of hoogbegaafden denken allemaal conceptueel. Niet alle conceptuele denkers vallen automatisch in een van de genoemde categorieën.

Elke manier van denken heeft zijn voor- en nadelen.
Door in beelden te denken kun je informatie heel snel verwerken en dankzij associaties komen zulke denkers vaak tot creatieve en innovatieve oplossingen. Aan de andere kant betekent denken in plaatjes ook dat je meer tijd nodig hebt om plaatjes om te zetten in woorden als je iets uitlegt of schrijft. Hetzelfde geldt ook voor het omzetten van woorden in beelden als je iets leest of hoort.
Conceptdenkers hebben een meer diffuse vorm van aandacht: de vele beelden en associaties belasten het werkgeheugen waardoor het simpelweg niet mogelijk is om geconcentreerd te blijven.

Lijden?

AD(H)D, dyscalculie, dyslexie, autisme etc. worden ook wel eens “stoornissen” genoemd.

Dat is stigmatiserend.

Daarnaast kunnen negatieve ervaringen tijdens studies stress of faalangst veroorzaken bij mensen met b.v. ADHD of dyscalculie. Natuurlijk kan een diagnose bevrijdend zijn, maar als we dyslexie e.d. niet meer als een stoornis maar als een unieke manier van denken zien, kunnen mensen de ruimte krijgen om tot bloei te komen.
Hoe beter je jezelf kent, hoe gemakkelijker het is om jezelf te accepteren en waarom dingen gebeuren.

Is bij jou of iemand in je gezin de diagnose ad(h)d, dyslexie, dyscalculie, autisme of hoogsensitiviteit gesteld of vermoed je dat een van deze diagnoses gesteld kan worden? Controleer de bronnen online; deze kunnen aangeven dat u contact moet opnemen met een specialist voor verdere begeleiding.

Bron: https://www.re-mind.be/blog/het-standaardbrein-bestaat-niet