Een mindmap helpt om structuur en context te visualiseren. Het laat ook zien wat superieure en ondergeschikte aspecten zijn aan een concept. Als je een goede mindmap maakt, zie je hoe gebalanceerd een tekst of presentatie is.
Het gebruik van een mindmap is een handige leerstrategie zowel tijdens het lezen, als een “herinnering” om snel het overzicht en het geheel te kunnen zien, wat typisch handig is vlak voor een toets of bij het schrijven van een verslag.
De mindmap in de huidige betekenis is bedacht door Tony Busan, een Britse auteur, ook bekend van het BBC-programma “Use your head” van rond 1974.
Een van de vroegste voorbeelden is van de Porphyrius van Tyros, een “beroemde” filosoof uit de 3e eeuw, die de categorieën van Aristoteles.
Een gemiddelde mindmap heeft ongeveer 30 knooppunten (J. Beel, S. Langer, 2011), maar dit hangt af van de grootte van het hoofdstuk en van hoe nauwkeurig en nauwkeurig je moet zijn.
Tips
- Begin in het midden van het blad met een afbeelding van het item
- Gebruik bij voorkeur minimaal 3 kleuren
- Gebruik afbeeldingen en symbolen in plaats van woorden – als je kunt en als je het nuttig vindt
- Vergeet niet dat je ook ergens hoofdletters en kleine letters voor kunt gebruiken
- De links zelf kunnen informatie bevatten, dikker maken of kleur gebruiken
- Wees niet bang om een nieuwe versie te maken – dit is een hulpmiddel, geen kunstproject
Hulpmiddelen
Er zijn veel digitale tools beschikbaar voor het maken van mindmaps, zoals https://coggle.it/.
Maar de gemakkelijkste en meest flexibele manier om er een te maken, is nog steeds een stuk papier en iets om mee te schrijven: het is offline beschikbaar en je kunt gemakkelijk tekeningen, krabbels enz. Maken. Op die manier houd je je focus op het onderwerp en leren, in plaats van de digitale technologie aan te pakken.