Mondeling versus geschreven taal

Mondelinge taal verschilt aanzienlijk van geschreven taal. Vaak zijn geschreven woorden het beste voor je ogen en mondelinge woorden het beste voor je oren.
Hier zijn belangrijke aspecten van deze twee verschillende manieren waarop we taal gebruiken.

Leeftijd

We hebben mondelinge communicatie gehad sinds het begin van de menselijke geschiedenis. Het geschreven woord kwam later, ca. 3100 voor Christus, uitgevonden door de Sumeriërs.

Leren

De meeste mensen ervaren dat ze eerst leren horen en spreken, en daarna leren lezen en schrijven.
Leren horen en spreken wordt als aangeboren beschouwd en niet iets dat je moet leren, en je begint al vroeg in je leven met mondelinge communicatie, meestal binnen 2 jaar.

Structuur

Spraak bestaat uit basiseenheden: “fonemen” of klankeenheden, zonder betekenis op zich. Wanneer deze worden gecombineerd, wordt het “morfemen” genoemd en deze hebben betekenis. We kunnen bijvoorbeeld de fonemen “s”, “i”, “m” en “p” en “l” combineren als “simpel”. Alfabetische scripts werken op die manier.
In sommige talen verwijst elke lettergreep naar een mondelinge lettergreep of klank; Japans is een typisch voorbeeld. In zogenaamde logografische schriften, zoals het Chinees, staat elk teken voor een heel woord.

Onthouden of opzoeken

De eerste opnames in de geschiedenis gaan terug tot rond 1860, maar pas na de Tweede Wereldoorlog kwamen opnames op magneetbanden algemeen beschikbaar. Voor die tijd kon spraak alleen worden onthouden of opgeschreven.
Het geschreven woord daarentegen is bewaard gebleven vanaf het begin, duizenden jaren geleden. Deze eigenschap legde de basis voor woordenboeken, schema’s, verhalen en bibliotheken … de basis van onze beschaving.

Standaardisatie

Mondelinge taal heeft dialecten, dat wil zeggen: varianten tussen geografische gebieden en sociale groepen. Geschreven taal daarentegen is gebaat bij uniformiteit, ondersteund door staats- en onderwijsinstellingen.

Veranderingen

Mondelinge taal bestaat uit een combinatie van kenmerken zoals toon, snelheid, toonhoogte etc. die niet alleen uniek is voor ieder individu, maar ook niet constant is maar voortdurend verandert. Als geheel verandert de mondelinge taal voortdurend, met veel subtiele veranderingen die soms erg moeilijk op te merken of te meten zijn.
Veranderingen in geschreven taal, als gevolg van standaardisatie, prestige etc. duren veel langer om te veranderen. De eerste alinea van de grondwet is geschreven op een manier zoals we die bijvoorbeeld niet meer schrijven. Maar het is zeker anders dan de manier waarop mensen spreken, en als zodanig een goed voorbeeld van de veranderingen en verschillen tussen het geschreven en het gesproken woord.

Ontvanger

Voordat opnemen en vloggen gemeengoed werden, was het gemakkelijker om de ontvanger te identificeren en ermee om te gaan. Een van de basiskenmerken van een dialoog is dat er ruimte is om bepaalde uitspraken waar nodig uit te werken, zodat de communicatie effectief en op maat is.
Schriftelijke berichten via b.v. e-mail kan gemakkelijk verkeerd worden geïnterpreteerd wanneer het bericht wordt doorgestuurd (naar weer andere ontvangers die gemakkelijk kennis van de context missen).

Kenmerken van gesproken en geschreven taal

Bij het spreken zijn er veel parameters die worden ingesteld, zoals herhaling, intonatie, snelheid, dynamiek, druk, ritme, pauzes, enz.
De woordkeuze is meestal eenvoudiger en grammaticale regels zijn niet zo belangrijk als in geschreven taal.

In geschreven taal is vaak te herkennen dat de tekst meerdere keren is herzien, voordat de auteur tevreden was met de laatste versie (deze zin is trouwens een voorbeeld). Het is een iteratief proces en een poging om zo duidelijk mogelijk te communiceren. De inhoud heeft ook een andere informatiedichtheid, aangezien de lezer de informatie op zijn eigen voorwaarden kan opnemen. De opbouw van de tekst is bewust geconstrueerd.
Een ander aspect is dat men voorzichtig moet zijn met grammaticale regels en interpunctie. Geschreven taal is dus veel bedachtzamer dan spraak.

Gevolgen

Als je je bewust bent van deze aspecten van mondelinge en geschreven taal, heeft dat enkele gevolgen, b.v. je kunt je afvragen hoe effectief audioboeken echt zijn als alternatief voor dyslectici.

Het moge ook duidelijk zijn dat een telefoontje veel efficiënter is dan een e-mail. Je kunt je gemakkelijker aanpassen aan de ontvanger en wijzigingen worden vaak in meerdere dimensies aangebracht: je past alles in een oogwenk aan, van snelheid, tone-of-voice, woordkeuze en zinslengte, en als je feedback krijgt, kun je je aanpassen, zelfs terwijl je communiceert. Een gedrukte toespraak kan niet meer worden gewijzigd nadat deze is ingediend.