S5 is een handige leerstrategie die je snel een overzicht geeft van een nieuwe tekst. S5 helpt je de 5 hoofdelementen van een tekst te identificeren en in je op te nemen:
- Blader door de afbeeldingen
- Bestudeer de inleiding
- Bestudeer de conclusie
- Zoek naar de koppen
- Scan op trefwoorden
Je kunt deze leerstrategie combineren met andere, b.v. een mindmap voor de koppen of 2-kolommenoverzicht voor de kernbegrippen. Met S5 benut je de structuur van een tekst op een slimme manier.
Blader door de afbeeldingen
Op een pagina met niet al te veel afbeeldingen kunt u ze allemaal tegelijk zien, in ieder geval de afbeeldingen op de huidige pagina’s, en kunt u snel zien welke van de getoonde afbeeldingen er echt toe doen. Optionele bijschriften leggen verder uit waarom ze zijn opgenomen.
Formulieren en diagrammen bevatten meestal veel gedetailleerde informatie. Als er een uitleg is geschreven over wat ze bevatten, kun je proberen die uitleg te onthouden, maar besteed er verder niet te veel tijd aan – je kunt hier later op terugkomen.
Je kunt de afbeeldingen misschien ook gebruiken als je later een mindmap maakt.
Bestudeer de inleiding
In de inleiding heeft de auteur de neiging om kort op te schrijven waar de tekst over gaat. Neem dat in.
Bestudeer de conclusie
In het laatste deel van de tekst kan het zijn dat de auteur een conclusie heeft geschreven, of dat de belangrijkste punten worden herhaald.
Het kan ook zijn dat de auteur iets aanmoedigt (een ‘call to action’), in dat geval kan het zinvol zijn om wat verder terug te gaan in de tekst.
Zoek naar de koppen
De koppen zijn gemakkelijk te herkennen. Wanneer een tekst wordt opgesplitst en opgedeeld in delen, is dat met het doel om de structuur duidelijk te maken, en dus zal het je helpen om een overzicht te krijgen van die structuur, d.w.z. hoe de tekststukken met elkaar verbonden zijn.
Scan op trefwoorden
Scan of blader door de tekst en kijk of je woorden vindt die je opvallen. Dit kan zijn omdat de woorden onbekend zijn, of omdat u de belangrijkste concepten visueel kunt identificeren:
* Veel sleutelbegrippen zijn zelfstandige naamwoorden, soms in combinatie met bijvoeglijke naamwoorden.
* Soms heeft de auteur de belangrijkste concepten al gemarkeerd door de woorden cursief of vet te maken.
* Sleutelbegrippen zijn vaak langere woorden of samengestelde woorden.
U kunt b.v. markeer de woorden in kleur of maak een overzicht met twee kolommen.